maandag 29 december 2014

Kerstvakantie en loslaten !

Na een paar drukke weken met sinterklaas en kerstmis heb je dus eindelijk vakantie.
Tijd om los te laten.
Het loslaten van je werk, je klas en je leerlingen kan soms een probleem geven.
De eerste dagen ben je nog druk in je hoofd met afronden maar al snel worden de meesten opgeslokt door de kerstdagen en de bijbehorende festiviteiten.
Voor diegene die naar wintersportgebieden gaan lijkt het mij ook niet zo'n groot probleem om los te laten.  Maar voor al die andere juffen en meesters die thuis blijven kan er een moment komen in deze vakantie dat je opeens aan het tellen bent,  hoeveel dagen je nog hebt om jezelf voor te bereiden voor de komende periode.
In een facebookgroep op onderwijsgebied zag ik deze week dan ook een aantal verontrustende opmerkingen voorbijkomen.
"Oh god, er komt weer een CITO aan! "
"Help, de groepsplannen moeten weer geëvalueerd worden."
"Hoe observeren en registreren jullie alles allemaal en hoe doe je het goed?"

Wat is er met het (kleuter)onderwijs gebeurd, waarom zitten wij onszelf allemaal zo op te hitsen, wie heeft beslist dat wij onszelf hierover zo druk moeten maken? Is dat de inspectie? 

Ondertussen lees ik gelukkig ook veel geruststellende geluiden zoals: 

"CITO is niet verplicht"
"vakantie is voor jezelf, neem je rust"
"morgen komt er weer een dag"

Desondanks kan ik mij voorstellen dat je als  leerkracht hier wel eens van in de war kunt raken.Wat zijn nu eigenlijk de regels?

En dan ineens komt dit plaatje voorbij.


Dit is een duidelijk rooster waar volgens mij totaal aan voorbij wordt gegaan door heel veel besturen en directies. 
Misschien een idee om dit te printen en de volgende keer aan te halen in een vergadering over toetsing en schoolambities?

Dus doe wat goed voelt in je vakantie. Voor de een zal dit het uitzoeken van nieuwe thema's zijn, voor de ander het lezen van mooie boeken of het genieten van je gezin. Laat het in ieder geval een activiteit zijn die je zelf kiest en niet een die door anderen wordt opgedrongen.


Fijne vakantie nog iedereen!!





zondag 20 april 2014

Tips voor sensomotorisch onderwijs in je kleuterklas!



In een kleuterklas wordt veel geknutseld, gekleurd, met klei gewerkt, geknipt, enzovoorts. Maar zit hier ook een bewuste leergang achter? En is dit sensomotorisch onderwijs of creatieve vorming? Ik zie het graag als vakken die verweven zijn met elkaar.
Wanneer je een kleutermethode volgt zoals Kleuterplein of Schatkist dan zal er veel misschien  in de lessen verweven zijn. Wij werken echter bij ons op school nog steeds thematisch en stellen vanuit de leerlijnen iedere 3 a 4  weken een project samen.
Deze manier van werken biedt veel ruimte voor creativiteit van de leerkracht maar ook veel ruimte voor valkuilen en vraagt veel voorbereidingstijd.
Wanneer je altijd terugvalt op dezelfde technieken en materialen doe je de leerlingen in je groep volgens mij op het gebied van sensomotoriek echt te kort.
Daarom ben ik altijd op zoek naar nieuwe ideeën om mijn gebruikte materialen en aangeboden  technieken zoveel en zo vaak mogelijk te variëren. En dan natuurlijk het liefst passend bij het thema.
Volgens mij hoeft sensomotorisch onderwijs trouwens niet altijd een tastbaar resultaat op te leveren. Heerlijk experimenteren met verf en klei, modder of scheerschuim, ook dit valt onder ervaringen die in een kleutergroep plaats moeten vinden. Dit kan natuurlijk zowel binnen als buiten het lokaal gebeuren.
Daarom maak ik aan het begin van het schooljaar een lijstje van de aan te bieden technieken en materialen.
Gewoon een simpel worddocument.
Vervolgens vink ik dit lijstje af gaandeweg het schooljaar.
Soms voeg ik  tussendoor gerust nog dingen toe die ik tegenkom of ik zet ze op de reserve lijst of alvast op de lijst voor het volgende schooljaar.
Hou het wel werkbaar en kijk wat het beste past bij je thema en het jaargetijde. Mijn ervaring is dat ik vaak teveel leuk vind. De lijst helpt mij om overzicht te houden voor mezelf en mijn collega.

Pinterest biedt voor dit alles een ontzettende schat aan tips en inspiratie.
Ik probeer dan ook bij elk thema minimaal 1 nieuw idee te gebruiken. Het kan een nieuwe techniek met bekend materiaal zijn of een nieuw sensomotorisch speelleer-idee.
Pinterest biedt zoveel leuke ideeën dat ik zelfs tijd tekort kom per thema.
Het is de taak van de leerkracht om gerichte keuzes te maken voor materialen en verwerkingsvormen.
Dus ga naar buiten als het regent en stamp door die plassen (wel even zorgen voor laarzen) ga eens met water aan de gang in de zandtafel of de zandbak. smeer die tafel vol met scheerschuim, experimenteer met verf en (zelfgemaakte)klei, bouw van wc rollen een knikkerbaan, laat ze spelen met kiezels in de zandtafel, enzovoorts.  Laat je kleuters ervaren en beleven hoe het voelt, ruikt en proeft, en vooral...doe lekker mee!!
Niets is leuker dan een juf of meneer die lekker mee doet. En ondertussen ben je natuurlijk druk met observeren, modeling, nieuwe taal toevoegen en prachtige gesprekken op gang brengen!

Benieuwd geworden naar al dit leuks?
Op deze borden vind je enorm veel leuke ideeën.
Veel plezier alvast samen!













dinsdag 1 april 2014

TOS en 1 april

Normaal ben ik niet zo snel van de 1 april grappen maar vandaag was een uitzondering.
Ik denk dat ik het gewoon even nodig had om lekker even  iedereen beet te nemen. Je hebt zo van die dagen :-).
Het begon ermee dat ik vanochtend om 8.15 uur in de gang van school mijn teamleider tegen kwam.
"Hey Lex, ik kom straks even langs om mijn overuren te declareren en dan meteen mijn compensatieverlof te plannen. Is alles bij elkaar wel een jaartje denk ik" riep ik nonchalant.
Zijn gezicht sprak boekdelen. Eerst verbazing, toen verwarring en daarna lichte verbijstering!!
(Meent ze dit nou echt????)
Na wat gestamel van zijn kant hielp ik hem maar uit zijn benarde positie en riep "1 april !!"
Hij kon er gelukkig wel om lachen en de toon was meteen gezet.

Even later haalde ik de kinderen op bij het speelplein en werd meteen verwelkomd met een keihard
"1 april, kikker in je bil, het is grapjesdaaaaag!!!"
Tja dan moet je er zelf ook maar niet de nadruk op leggen in de dagen ervoor. Eigen schuld, dikke.....?
De kinderen snappen het concept in zoverre dat je keihard mag roepen "1 april, kikker...enzovoort" maar verder is het lastig want wat is humor?
Ik heb vele vormen gehoord vandaag. Van sarcasme, tot onderbroekenlol. Maar de kinderen bleven hangen in het uitroepen van de hierboven genoemde kreet.
Dus maar eens een lesje eraan spenderen, want wat is dat eigenlijk....iemand beetnemen, met iemand een grapje uithalen, iemand foppen.  Lastig voor kinderen met #TOS. Aan de slag dus!

Na het voorlezen van het geweldige  boek "over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft" ben ik verder gegaan met mijn snode plannen.
Ik vertelde de kinderen dat ik naar de kinderboerderij was geweest en iets had meegebracht.
Met veel drama haalde ik 3 doosjes uit mijn tas. Wat zat daar nou toch in.....POEP!!!



"Weten jullie nu nog van welk dier deze poep was? " Dat was geen moeilijke vraag.
Die vieze vlaai was duidelijk van de koe en die worst met dat puntje was van de hond. De bolletjes waren natuurlijk van de haas.
Toen vroeg ik of ze wisten hoe zoiets zou  proeven, en de daad bij het woord voegend nam ik meteen maar een klein hapje van de koeienvlaai.
De kinderen keken eerst met ogen als schoteltjes, vol verbazing vielen ze bijna letterlijk van hun stoel. Ze begonnen daarna vieze gezichten te trekken en toen ik vroeg of ze ook wilden proeven werd er meteen zeer duidelijk gereageerd. NEEEEEEEE!!!! Bweeeh...dat stinkt, dat is vies, gatver!!!!!! Er kroop zelfs een kind achter zijn stoel om maar niet te hoeven zien wat die juf nu toch deed.

Eén heldin wilde wel ruiken en kon toen vertellen dat het niet zo stonk maar zelfs best lekker rook???
"Het ruikt naar pepernoten". Toch even proeven dan??? Ik nam ondertussen nog een stukje, "mmmm, best lekker hoor" zei ik.
Schoorvoetend kwamen de meesten nu dichterbij. Ja hoor, kleine kruimeltjes werden geproefd en goedgekeurd.  Hey, dat smaakte inderdaad naar koek????
Er werd nog steeds geen link gelegd met de datum totdat ik zei: "zeg, luister eens even...dit is gewoon neppoep hoor, dit is niet echt, ik zit jullie te foppen ........... 1 april!!!"

"Haha, kikker in je bil" riepen er toen een paar. Wijzend naar mij. Duidelijk dus de clou missend.
 "Neeeee, Ik heb jullie gefopt met de neppoep!!" zei ik. Dat was toch even een nadenker voor sommigen.
Waarschijnlijk valt het kwartje pas echt als we wat verder in de week zijn, want was het nu voor iedereen duidelijk? Wie hield nu eigenlijk wie voor het lapje? Wie was er hier gefopt? Toch weer die vertraagde taalverwerking en zwak taalbegrip wat hier parten speelt bij een aantal kinderen!
Dit zal deze dagen nog wat vaker herhaald en besproken worden, ook al is het dan geen 1 april meer.
Want veel herhaling en visuele ondersteuning, met nog wat meer voorbeelden van grapjes, blijft nodig om dit lastige concept helder te krijgen.
Het wordt vast nog een grappige week! :-)





zaterdag 8 maart 2014

Worden kleuters dommer van een iPad?

Een paar dagen geleden stelde ik een vraag via mijn facebookpagina over het gebruiken van iPads in de klas.
Er kwam toen een reactie die mij aan het denken heeft gezet.
Het was een verwijzing naar een artikel in Trouw, getiteld: Kleuters worden dommer van de iPad!.



Enkele quotes uit het artikel:
Voor jonge kinderen is de computer te snel. Ze kunnen de informatie niet verwerken in een tempo dat bij hun breinontwikkeling past. Dit gaat vervolgens ten koste van het concentratievermogen, omdat het ene beeld over het andere heen tuimelt.

De computer oefent kijken naar een scherm (tweedimensionaal). Peuters en kleuters hebben juist driedimensionale ervaringen nodig: met hun hele lijf iets beleven, waardoor het actieve leren aanvangt. 

In het artikel wordt tevens gezegd dat de computer en de iPad geen doel moeten zijn maar een middel.

Nu is de komst van de ipads bij ons op school al in gang is gezet. Onze logopedieafdeling werkt sinds dit schooljaar met ipads en de collega's zijn zeer enthousiast. De speciale apps, de directe visuele ondersteuning en de simpele toegankelijkheid maken de ipad voor hen zeer geschikt om te gebruiken als middel tijdens de logopediesessies.
Ikzelf kan ook niet wachten tot ik de ipad mag inzetten in mijn kleutergroep. Ik zie al mogelijkheden  ter ondersteuning van diverse leergebieden. Ik heb zelfs al een account aangemaakt op eduapp om alvast wat ideeën te verzamelen.
Maar toch blijft het artikel in mijn hoofd rondzingen.
Doe ik mijn kleuters hiermee tekort? Moeten ze inderdaad nog niet blootgesteld worden aan ipads of computers? Ontneem ik ze driedimensionale ervaringen, actief leren en sociale interactie?

Maar wanneer je de ipad ziet als een nieuw soort ontwikkelingsmateriaal? Naast alle driedimensionale speelleermomenten? Is het dan wel iets wat in een kleutergroep thuishoort?
Natuurlijk moeten spelend leren en communicatie in mijn klas voorop blijven staan. Maar daar kan een Ipad volgens mij best naast gebruikt worden.
De ipad kan bijvoorbeeld een ingang zijn voor kinderen met ASS. Een jongen uit mijn klas heeft moeite met tactiele prikkels. Het spelen in het zand is iets wat we samen ervaren en uitproberen maar de vorming van letters of cijfers in het zand is voor hem toch echt teveel. Het overtrekken van vormen op het digibord vindt hij echter wel leuk om te doen. Een app hiervoor gebruiken zou een mooi individueel oefenmoment zijn zonder overprikkeld te raken.
Ideaal voor kinderen die even een rustmoment nodig hebben kan bijvoorbeeld een luisterboek zijn, individueel herhalen in de leeshoek met de ipad.
Samen foto's maken van voorwerpen met de actuele letter/klank erin en daar een album van maken kan een mooie coöperatieve leerervaring zijn. Ik zie genoeg mogelijkheden zoals je ziet.

"Alles waar TE voor staat, niet goed is voor een mens" zei mijn moeder altijd.
Ik denk dat dit hier ook goed van toepassing kan zijn.Wat denken jullie?







zondag 23 februari 2014

Taaltip van de maand:interactief voorlezen voor taalzwakke leerlingen

Interactief voorlezen, er zijn al vele blogs over geschreven dus wat zal ik daar eens aan toevoegen.
Daarom wat specifieke tips voor taalzwakke kinderen of kinderen met TOS (taalontwikkelingsstoornissen)

Interactief voorlezen doe je met de kinderen samen. Je leest voor en betrekt de kinderen bij het verhaal. Maar hoe doe je dat nu met taalzwakke kinderen?
Gewoon gezellig luisteren werkt bij ons niet altijd even goed. Veel van de tekst gaat dan verloren en de kinderen halen hun informatie vervolgens uit de prenten. Deze prenten geven niet altijd alles weer waardoor de essentie soms verloren kan gaan. Je kunt ervoor kiezen om het verhaal per pagina eerst auditief aan te bieden en aansluitend pas de prent te laten zien. Dit vraagt veel van de auditieve verwerkingscapaciteit per kind. Veel kinderen met TOS hebben de prent of plaat echt nodig om bij het luisteren niet afgeleid te worden door omgevingsruis of  associatief denken. Hun gedachten kunnen anders echt alle kanten op gaan.
Belangrijk blijft natuurlijk wel om het verhaal levend te houden dus niet te lang blijven hangen per pagina.
Hieronder meer tips:

  1. Lees altijd zelf van tevoren het verhaal zodat je weet wat er in het verhaal nog komt. Zo kun je ook voorspellende vragen stellen. Bijvoorbeeld: "Wat denken jullie, wat gaat hij nu doen? Laten we snel verder lezen"
  2. Bedenk van tevoren waar de moeilijkste woorden zitten en neem hier tijdens het voorlezen even tijd voor. (Wat is dat? Wat gebeurt hier?) In mijn groep zijn al snel veel woorden wat lastiger dus neem ik van tevoren even kort het verhaal kritisch door. Kijk ook eens kritisch naar verwijswoorden of uitdrukkingen zoals:  "ga maar in je eentje spelen, zei grote beer" of  "bovendien, alle oren zijn anders zei de dokter"
  3. Ga recht voor de groep zitten zodat alle kinderen het boek goed kunnen zien. De prenten van het boek op het digibord laten zien (inscannen) werkt natuurlijk ook heel goed.
  4. Lees het boek de eerste keer altijd zélf voor (geen audio-opname dus). Je kunt zo makkelijker pauzes inlassen bij lastige woorden en je leestempo aanpassen aan het taalverwerkingstempo van de groep. 
  5. Bespreek telkens duidelijk het woord "titel", "schrijver"en "kaft" Veel kinderen horen deze woorden niet vaak dus herhaling in de klas is erg belangrijk voor de woordenschatontwikkeling en het ontwikkelen van de leesvoorwaarden.
  6. Bespreek samen met de leerlingen de titel en de kaft.  Wat denken de kinderen, waar zou het boek over gaan, hoe weten ze dat? 
  7. Neem ook voor iedere plaat of prent even goed de tijd. De taalverwerking is vaak vertraagd en  de leerlingen hebben echt even tijd nodig om alles in zich op te nemen. Tijdens het luisteren gaat veel energie zitten in het auditieve aspect, even alleen goed kijken is dan ook fijn.
  8. Betrek de kinderen bij het verhaal door hun eigen beleving te gebruiken. ("Heb jij dat ook wel eens gedaan, stiekem uit bed komen?")
  9. Stel bij iedere plaat nog een of meer vragen over de zojuist voorgelezen tekst of herhaal de tekst nog eens in het kort met je eigen woorden.
  10. Blader na het voorlezen het boek nog één keer door en laat de kinderen hier steeds even reageren op de platen. Vaak krijg je dan hele leuke korte gesprekjes op gang.
  11. Geef de kinderen de kans om het boek zelf te "lezen" in de leeshoek tijdens vrije momenten of maak het  digitale prentenboek een onderdeel van de werkles/weektaak op het digibord, computer of op de ipad.
  12. Maak tijdens een tweede kringmoment een mindmap of visualisatie van het verhaal. Oefen hiermee het begrijpend luisteren.   Meer tips vind je hier: Juf Marita.yurls.net 

 





maandag 3 februari 2014

werken met letters (deel 2)


Zoals ik had beloofd in mijn vorige blog nu de uitwerkingen bij de 10 vaardigheden van fonemisch bewustzijn volgens de CPS map met de woorden en de letter van de letterplek behorende bij het aangeboden thema.

Hier nog even de vaardigheden op een rijtje:
  1. luisteren
  2. zinnen en woorden
  3. rijmen
  4. klankgroepen
  5. isoleren van klanken
  6. begrijpend luisteren
  7. letterkennis
  8. auditieve synthese van klanken
  9. auditieve analyse van klanken
  10. manipuleren van klanken
Hieronder verschillende uitwerkingsmogelijkheden:
1. Luisteren
>Bespreek samen bij elk woord waar je de klank hoort , vooraan, middenin of achteraan.
>Reageer op een woord (reactiespel)
>Welk woord hoor je 2 keer?
2. Zinnen maken
Maak met de kinderen zinnen met de woorden van de letterplek en schrijf die op het flapoverbord. Je kunt zo regelmatig even terugkijken, de woorden accentueren met highlighters, klankgroepen aangeven, enz. 
3. rijmen
Bedenk samen met de kinderen rijmwoorden op een aantal woorden van de letterplek. Benadruk hierbij de themaletter weer met rood en maak ook het rijmgedeelte visueel inzichtelijk door er klankboogjes onder te plaatsen. (vaardigheid 3 en 4)
4. klankgroepen
>Klankgroepen zichtbaar maken met boogjes eronder op papier. 
>Klankgroepen auditief aanbieden en samenvoegen met concreet materiaal erbij ter visuele ondersteuning.
5. Isoleren van klanken
Wat hoor je wanneer je de eerste of de laatste letter vervangt of weglaat.
6.Begrijpend luisteren
>Samen een powerpoint-presentatie maken. (Naar een idee van Margriet van diepen)
Je zet alle voorwerpen op de foto en plakt die, met het woord erbij, in een powerpoint. Vervolgens spreek je samen met de kinderen de woorden in die erbij horen. Op deze manier blijft de letter herkenbaar en "in de klas"ook al is het thema,  en dus ook de letterplek, na een tijdje alweer anders ingericht.
De presentaties zet ik als snelkoppeling op de computers in de klas en op de groepsyurls zodat de kinderen ze zelf ook zelfstandig nog eens kunnen bekijken. Via deze link zie je een video van Margriet waarin ze de methode uitlegt en laat zien.
>Een woord omschrijven en de kinderen laten raden en aanwijzen.
7. Letterkennis
>1 kind het woord uit de letterplek laten omschrijven en de rest mag raden.
>Mix en match. Je legt een aantal voorwerpen en de bijbehorende kaartjes door elkaar. De kinderen moeten samen puzzelen welk kaartje bij welk voorwerp hoort. Laat ze kijken of de themaletter vooraan/achteraan/middenin staat.(=rode letter)
>Je kunt de kaartjes van de letterplek ook in de schrijfhoek laten stempelen en tekenen met dit sjabloon. Het verzamelen en later weer goed terugplaatsen van de kaartjes op de juiste plek is ook alweer een oefening natuurlijk ;) 
8.auditieve synthese van klanken
>Het geheime woord. 
Leg een aantal  voorwerpen van de letterplek in de kring, Jij fluistert bij 1 kind het woord in het oor, kind hakt het woord, rest van de groep moet het raden. 
9.auditieve analyse van klanken
>Raden maar! (vaardigheid 8 en 9)
Jij zet een aantal voorwerpen in een cirkel/hoepel en gaat 1 woord auditief analyseren (hakken). De kinderen moeten raden welk voorwerp je hebt gehakt, plakken dus.(synthese)

We maken op de flapover een extra overzicht met woorden die we ontdekken met de centrale klank maar waarvan we geen materiaal hebben. Met dit overzicht kun je ook weer leuke dingen doen.

10. Bij het woord samen ontdekken waar je de klank hoort. Schrijf het woord met een tekening erbij met de centrale letter in rood en hak en plak samen met de kinderen het woord (vaardigheid 8,9,10)
11. Verander bij een woord 1 klank en ontdek samen wat er dan staat geschreven (vaardigheid 10)

Heb jij nog leuke ideeën, mail ze mij gerust!!

zondag 26 januari 2014

Nieuwe rubriek: De taaltips van de maand

Omdat ik al meer dan 25 jaar werk in het cluster 2 onderwijs dacht ik dat het misschien tijd werd om deze ervaring te delen met mijn volgers.
Niet dat ik mezelf nu het toppunt van kennis vind maar ik merk steeds vaker dat mensen die komen kijken vaak benieuwd zijn naar de manier waarop wij dingen doen in de groep met taal. Ik hoor deze geluiden ook vaak via onze ambulante medewerkers die leerkrachten in het basisonderwijs bijstaan.
Daarom werd dit idee geboren en ik hoop dat ik hiermee mensen kan inspireren.
Bij deze daarom een nieuwe, hopelijk maandelijkse,  aflevering in de reeks "taaltips voor kleuters".
Mocht jij nog leuke tips of aanvullingen hebben dan lees ik ze graag terug via de reactie's. Zo kunnen we ook elkaar blijven  inspireren.

In deze eerste aflevering:  werken met letters (deel 1)

Ik werk elk thema (3 weken) met een letter die centraal staat en dus ook past bij het thema.
Elk jaar is dat dus een andere volgorde.
Je komt hiermee per jaar aan ongeveer 13 letters. Dit is niet de norm die de inspectie stelt maar ik ben van oordeel dat versneld aanbieden weinig meerwaarde heeft. De kinderen pakken trouwens tussendoor ook de nodige letters op zodat het aantal 13 niet een vast gegeven is voor elk kind.
Elke letter wordt tijdens het thema volgens het beredeneerde aanbod van de CPS map Fonemisch bewustzijn uitgediept, volgens de 10 beschreven vaardigheden.

  1. luisteren
  2. zinnen en woorden
  3. rijmen
  4. klankgroepen
  5. isoleren van klanken
  6. begrijpend luisteren
  7. letterkennis
  8. auditieve synthese van klanken
  9. auditieve analyse van klanken
  10. manipuleren van klanken

Wat doen wij in onze klas met de letter:
We beginnen met onze letterkampioen "Bennie" (een handpop) die in zijn rugzakje elke keer een nieuw letter bij zich heeft.
                              
Bij binnenkomst van de kinderen zit hij al in de kring te wachten en de kinderen weten inmiddels dat hij weer een nieuwe letter komt brengen en vinden dat elke keer weer spannend.
Er zitten nu al 6 letterkaartjes in zijn rugzak. We halen de letters eruit en kijken of de kinderen kunnen ontdekken welke letter nieuw is.
Bennie kletst wat met de kinderen en vraagt of ze weten hoe die letter klinkt?
We oefenen samen met Bennie de klank en ik laat meteen het bijbehorende klankgebaar zien.
Dit is voor onze kinderen een belangrijke visuele ondersteuning bij het aanleren van de letters en ze worden volgend jaar in groep 3 ook gebruikt naast de methode VLL.
De kinderen zien en horen zo de klank. Bij bepaalde klanken laten we ze ook voelen waar de klank gemaakt word. Bijvoorbeeld bij de r de hand op de keel,  bij de b de hand op de wang. (vaardigheid 1)

Op een gelamineerd A3 vel heb ik van tevoren de letter klaargemaakt met een plaatje van het thema en de klank ernaast. Die leggen we in het midden van de kring naast het letterkaartje.
Die kaarten komen later boven de letterplek op het raam te hangen.

Vervolgens gaan we samen op zoek naar woorden met de klank van het thema. We zoeken in de klas, soms gaan we op speurtocht door de school. Bij mijn groep is de woordenschat momenteel erg zwak dus moeten we altijd samen op zoek en moet je de woorden echt stuk voor stuk benoemen, een paar keer hakken-plakken, met duidelijke articulatie en zo de kinderen hopelijk zelf laten ontdekken of de klank er nu wel of niet in zit. Klanken voelen en horen, dat blijft belangrijk. (vaardigheid 1,7,8,9) Lukt het auditief niet dan schrijf ik het woord uit en laat ze visueel analyseren of ze de klank ontdekken. (vaardigheid 2)
De ouders worden via twitter ook gevraagd om thuis mee op zoek te gaan. 
Alle gevonden en meegebrachte spulletjes worden op de letterplek (vensterbank) uitgestald met een bijbehorend woordkaartje erbij met zwarte letters en de themaletter in het rood.
Ook Bennie komt daar te zitten met het letterkaartje op zijn schoot. (vaardigheid 7)

Met deze verzamelde materialen worden vervolgens gedurende het projectthema diverse oefeningen volgens de 10 vaardigheden gedaan.
Hierover de volgende keer meer!

Hoe ga jij om met letters in de klas?







zaterdag 11 januari 2014

Twitteren met je klas, ja of nee?

Wat doe ik met twitter?
Ik tweet nu al voor het tweede schooljaar met een kleutergroep en ik ben enthousiast.
Wij gebruiken de tweets als praatprikkels voor thuis. We leveren informatie aan de ouders, voegen soms een foto toe of een link naar de leerlingenyurls. De vraag "wat heb je gedaan vandaag" kan dan veranderd worden in "ik las dat jullie....".
Het kind zal hierdoor veel sneller geprikkeld worden om door te praten.  Dit is zeker voor onze doelgroep een heel belangrijk doel.
"Een kijkje in de keuken" kun je het ook noemen, zoals ik dat laatst ook las bij een collega-blogger.
De kinderen hebben allemaal een spraak- en/of taalstoornis dus het vertellen thuis van wat er die dag is gebeurd blijft lastig. Ze komen ook nog uit de hele regio dus even langskomen op school is voor veel ouders niet altijd mogelijk.
Elke dag gaat er een heen en weer schriftje mee naar huis voor de persoonlijke dingen.
Maar om daar dagelijks de activiteiten van de dag  in te noteren is veel werk en zonde van de leertijd. Een algemeen dagverslagje maken en toevoegen op een los papiertje, wat veel collega's nog steeds doen, is ook veel werk en niet zo milieuvriendelijk. Mijns inziens ook niet echt meer van deze tijd.
We maken allemaal wel weekverslagen op vrijdag maar wanneer iets op maandag is gebeurd wordt het lastig om er vrijdagmiddag thuis nog eens op terug te komen.

Waarom twitteren?
In deze tijd van social media willen we allemaal dat onze kinderen ver van de gevaren van internet vandaan blijven. We beschermen hun privacy en dat is terecht.
Met twitter ga je juist het internet opzoeken en daar zijn veel mensen nog huiverig voor.
Maar in de praktijk blijkt dat kinderen het internet zelf ook al steeds vroeger opzoeken in hun vrije tijd middels computers en mobiele telefoons die steeds jonger verkregen worden.
Het is dus zaak dat wij als leerkrachten een stukje mediawijsheid gaan aanleren wat in deze tijd broodnodig is, sla de krantenkoppen er maar op na!
Een gesloten twitteraccount ligt dan voor de hand maar daar ben ik juist géén voorstander van.
Een twitteraccount geeft bij ons informatie die gaat over de hele groep en de foto's die worden toegevoegd zijn zonder herkenbare gezichten of gemaakt van situaties of werkstukjes, soms met een grotere groep kinderen van veraf.
Je leert de kinderen juist hierdoor meteen dat je veel kunt doen met internet maar dat je ook niet alles erop moet zetten. Iedereen leest tenslotte mee. Dit aspect bespreken is erg belangrijk en leerzaam.
Jong geleerd is oud gedaan was het toch?


Natuurlijk zijn de mogelijkheden in hogere groepen met twitter in de klas nog veel uitgebreider.
Kijk maar eens naar het artikel: http://www.teachthought.com/social-media/60-ways-to-use-twitter-in-the-classroom-by-category/
Toch kan het samen opstellen en bespreken van je dagelijkse tweets ook in een kleutergroep veel leermomenten opleveren.
Het kan re-teaching bevorderen door de ouders nog eens te attenderen op een voorgelezen prentenboek of een leuke app of spel wat je in de klas hebt besproken. Of in ons geval geef je de link naar de leerlingenyurls waarop alle actuele themaliedjes, spelletjes en digitale prentenboeken verzameld staan.
Je creëert zo niet alleen extra leermomenten maar je vergroot ook de betrokkenheid van de ouders met de school.

Bij ons op school is deze week alweer een kleutercollega enthousiast geworden en gestart met een twitteraccount voor haar klas. Zij is nu de 7e groep op onze school.
Ook hebben we als school een algemeen twitteraccount voor het laatste korte nieuws.
Wie volgt?
Wat is jouw mening over twitter in de klas?

Benieuwd geworden naar onze timeline?